Geschiedenis 'Shou Sugi Ban'

Wat is de geschiedenis van de verkoolde houtbehandeling 'Shou Sugi Ban'?

De term "Shou-Sugi-Ban" is Japans (焼 杉 板) en vertaalt zich letterlijk als "cederhouten plank". De term wordt vaak gebruikt om de eeuwenoude Japanse techniek van verkolende "Sugi" (ceder) planken te beschrijven die worden gebruikt voor gevelbekleding, schermen en vloeren.

Oorspronkelijk waren Japanse timmerlieden op zoek naar een artistieke en unieke afwerking van drijfhout uit de Japanse kust. Vanwege het verweringsproces dat hout ondergaat wanneer het wordt blootgesteld aan de barre omstandigheden van zout water, branding en zon werd Japans drijfhout gewaardeerd om zijn unieke uiterlijk en duurzaamheid in veel verschillende timmermedia.

Drijfhout dat het juiste verweringsproces had ondergaan was schaars, terwijl de vraag in Japan naar een dergelijk product hoog was. Dus de Japanners wendden zich tot een ander verweringsproces om de duurzaamheid en esthetiek te bereiken. Vuur/branden was het conserveermiddel bij uitstek met de unieke en artistieke dimensie waar Japanse huiseigenaren en vakmensen naar op zoek waren.

De praktijk van verkoling van Sugi (Cryptomeria japonica), gewoonlijk Japanse ceder genoemd, is al sinds 1700, en waarschijnlijk eerder, gebruikelijk in Japan. In de laatste 50-100 jaar is de praktijk uit de gratie geraakt in Japan als gevolg van de komst van moderne op plastic of cement gebaseerde gevelbeplating, terrasplanken en omheiningen. Bovendien is hout in Japan al geruime tijd schaars en moet het meeste hout worden geïmporteerd, waardoor de kosten stijgen. Deze factoren zorgden ervoor dat Shou Sugi Ban een "verloren" techniek werd.

Begin jaren 2000 werd Shou Sugi Ban 'voor het eerst ontdekt', eerst in Japan, maar toen trok het snel de aandacht van architecten en ontwerpers in Europa en Noord-Amerika en begon het op te duiken in speciaal ontworpen huizen en gebouwen. In de laatste paar jaar is het gebruik ervan echt ontploft, om dezelfde reden dat het honderden jaren geleden populair was in Japan.

Het branden van hout als methode voor het kleuren, afwerken en conserveren van gevelbeplating, vloeren en hekwerk zit in de lift. Omdat Japanese ceder alleen inheems is in Japan, zijn bouwers in de andere landen en continenten op zoek gegaan naar andere houtsoorten zoals Western Red Cedar, Cypress, Accoya, Douglas, Eik, Lariks enz. Het resultaat is net zo goed, zo niet beter dan de originele Japanse ceder.

Woordenlijst

Drijfhout is hout dat is aangespoeld op het strand of een rivieroever door toedoen van wind, golven en het tij. Het is in sommige gevallen maar niet altijd een vorm van zeeafval. In sommige gebieden komt drijfhout in grote mate voor. Wikipedia